Onderzoek naar verschillende triage systemen op de SEH.
Subsidie ontvangen in 2020.
Hoofonderzoeker Parisa Kamali Sadeghian.
Wanneer een patiënt op de spoedeisende hulp komt, past een gespecialiseerd verpleegkundige triage toe. Hierbij wordt beoordeeld welke patiënt het snelste hulp nodig heeft. De onderzoekers van dit onderzoek hopen met een innovatieve oplossing overmatige drukte op de spoedeisende hulp te voorkomen. Het onderzoek zal met een subsidie van €5.600,- worden ondersteund.
De laatste jaren zijn er steeds meer digitale zelf-triage systemen ontwikkeld. Hiermee vullen patiënten zelf een formulier in, waarop de ernst van de klachten worden aangegeven. Dit onderzoek gaat beoordelen of digitale zelf-triage net zo veilig is als triage door gespecialiseerd verpleegkundigen.
Dit project heeft in 2020 subsidie ontvangen van het SGOfonds
Wat is de aanleiding voor dit onderzoek?
De vraag naar spoedeisende geneeskunde en acute medische diensten neemt zowel nationaal als internationaal toe, waardoor de gezondheidszorg onder druk komt te staan en de kwaliteit van geleverde zorg negatief wordt beïnvloed. Demografische veranderingen, vergrijzing en beleidswijzigingen van de overheid spelen een belangrijke rol in de toenemende vraag en het gebruik van hulpdiensten. De huidige zichtbare gevolgen van de toegenomen vraag naar acute diensten zijn onder meer verdringing en wachtrijen: een situatie waarin de behoefte aan hulpdiensten groter is dan de beschikbare middelen. Om deze problemen aan te pakken en te anticiperen op de toekomst in Nederland, heeft de Nederlandse overheid in juli 2020 “De Houtskoolschets” gepubliceerd. In dit document wordt een nieuw kader gepresenteerd dat gebaseerd is op zes pijlers, met als doel het huidige systeem voor acute medische diensten te reorganiseren. Eén van de zes pijlers die in dit document worden uitgewerkt, omvat het optimaliseren van het pre-hospitale triagesysteem. In Nederland wordt triage op de Spoedeisende Hulp (SEH) op dit moment gedaan door verpleegkundigen of ander aangewezen triagepersoneel via telefoon of op de SEH. Tijdens de triage selecteert de verpleegkundige patiënten voor een consult. Als een consult niet nodig wordt geacht, biedt de verpleegkundige geruststelling, adviseert passende zelfmanagement en informeert over waarschuwingssymptomen.
Een ander onderwerp dat in de “Houtskoolschets” wordt uitgewerkt en benadrukt, is het gebruik van digitale innovatie, inclusief zelftriagetools door patiënten. In de afgelopen jaren zijn online symptoomcheckers of zelftriage beslissingsondersteunende tools steeds vaker gebruikt door patiënten die begeleiding zoeken over gezondheidsproblemen. Deze diensten bieden mensen over het algemeen een mogelijke alternatieve diagnose op basis van hun gemelde symptomen en/of suggereren een manier van handelen (bijv. zelfzorg, maak een huisartsafspraak of ga naar een SEH).
In 2020 is de Werkgroep Digitale Zelftriage opgericht met als doel een digitale zelftriagetool te implementeren voor patiënten in de regio Amsterdam. Het algemene doel van deze groep is in lijn met de onlangs gepubliceerde “Houtskoolschets”; dat wil zeggen het creëren van een systeem dat effectief en efficiënt is voor de spoedeisende zorg door gebruik te maken van digitale zelftriage. Om stappen in de richting van dit doel te zetten, zijn in totaal twee verschillende digitale triagesystemen geselecteerd om verder te worden geëvalueerd; “Moet ik naar de dokter?” door MINDD en “Symptomate” door Infermedica
Welke vraag probeert dit onderzoek te beantwoorden?
In deze studie willen we het nut en de nauwkeurigheid van deze digitale zelftriagetools evalueren in vergelijking met real-life ziekenhuistriage. In de toekomst kan één van deze triagetools worden gebruikt om patiënten naar de juiste zorgverlener te triage voordat ze op de SEH worden getriageerd.
Hoe wordt dit onderzocht?
De huidige zorgstandaard is dat alle zelfverwijzende patiënten die zich op de spoedeisende hulp presenteren, worden gezien door een triageverpleegkundige. De triageverpleegkundige beslist of de patiënt moet worden gezien door de huisarts buiten kantooruren, de spoedarts of in het geval van niet-opkomende gevallen om te wachten tot de volgende dag en naar hun eigen huisarts te gaan. In deze monocenter, prospectieve gerandomiseerde observationele vergelijkingsstudie wilden we de nauwkeurigheid van triageadviezen van de twee verschillende triagetools meten in vergelijking met het advies van de triageverpleegkundige.
Zelfverwezen patiënten die in aanmerking komen voor de inclusiecriteria die worden gepresenteerd op de SEH van de OLVG ziekenhuislocatie West worden meegenomen in dit onderzoek. Wanneer zelfverwijzers aanwezig zijn bij de receptioniste, vragen we of de patiënt mee wil doen aan dit onderzoek. Er wordt een informatiebrief gegeven. Als de patiënt ermee instemt om deel te nemen, wordt hij of zij gerandomiseerd voordat triage wordt uitgevoerd door de aangewezen verpleegkundige. Ook wordt een IPad (of vergelijkbaar apparaat) aan de patiënt overhandigd met een van de twee triagetools erop geïnstalleerd. Ook zullen enkele vragen worden toegevoegd om de tevredenheid van de patiënt te meten. De patiënt vult de tool in en brengt de IPad terug naar de receptioniste. Het resultaat wordt door de receptioniste genoteerd op een voorgedrukt uitkomstformulier. Het ondertekende toestemmingsformulier en het uitkomstformulier worden in een enveloppe gestopt en verzegeld. De verzegelde enveloppen worden in een speciale afgesloten lade geplaatst die voor dit onderzoek is aangewezen. Daarna volgt de patiënt het normale traject; dit betekent dat ze eerst worden gezien door een triageverpleegkundige, waarna ze worden getriaged om te worden gezien door de spoedarts, de huisarts of geadviseerd om naar huis te gaan met een advies om de volgende dag naar hun eigen huisarts te gaan of een zelfzorgadvies. De onderzoeker verzamelt de verzegelde enveloppen en vergelijkt de uitkomst van de triagetool met de uitkomst van de triageverpleegkundige zoals gedocumenteerd in het elektronische dossier van de patiënt.
Wat is het belang van dit onderzoek voor de Spoedeisende Geneeskunde?
De resultaten van dit onderzoek zullen een van de hoekstenen zijn die de beslissing ondersteunen welke app zal worden gebruikt voor het digitale zelftriageproject binnen de regio Amsterdam. Op langere termijn kunnen de resultaten van dit onderzoek nationaal worden gebruikt wanneer moet worden beslist welk instrument zal worden gebruikt voor digitale zelftriage. Het algemene doel is om het aantal patiënten dat zich presenteert op de spoedeisende hulp en de huisartsenpost met niet-acute medische problemen te verminderen: als digital triage vergelijkbaar is met fysieke triage, kan dit worden geïmplementeerd op de ziekenhuiswebsite die moet worden gebruikt voordat de SEH wordt bezocht. Als gevolg hiervan zal dit leiden tot minder drukte en wachtrijen en uiteindelijk leiden tot kostenbesparingen en kosteneffectiviteit.
Parisa Kamali Sadeghian
Hoofdonderzoeker
Parisa Kamali Sadeghian is arts (ANIOS) Spoedeisende Geneeskunde in het OLVG. Na het behalen van haar artsen diploma verhuisde ze naar Boston om te promoveren bij het “Department of Plastic and Reconstructive Surgery” van het Beth Israel Deaconess Medical Center, Harvard Medical School. In april 2019 promoveerde ze op “Breast Reconstruction: Trends and Variation Using Big Data”.